In dit artikel zullen we Randy Schekman onderzoeken, een onderwerp dat de aandacht heeft getrokken van zowel experts als hobbyisten. Met een rijke en complexe geschiedenis is Randy Schekman een aandachtspunt op verschillende gebieden, van wetenschap en technologie tot cultuur en samenleving. Door de jaren heen heeft Randy Schekman aanleiding gegeven tot belangrijke debatten, controverses en vooruitgang, en heeft het een cruciale rol gespeeld in de manier waarop we de wereld om ons heen begrijpen en ervaren. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Randy Schekman nader bekijken, waarbij we de oorsprong, de impact en de relevantie ervan in de wereld van vandaag onderzoeken.
Randy Schekman | ||||
---|---|---|---|---|
30 december 1948 | ||||
Schekman in 2015
| ||||
Geboorteland | Verenigde Staten | |||
Geboorteplaats | Saint Paul (Minnesota) | |||
Nationaliteit | Amerikaans | |||
Nobelprijs | Fysiologie of Geneeskunde | |||
Jaar | 2013 | |||
Reden | Voor ontdekkingen van het mechanisme dat het belangrijkste transportsysteem in onze cel regelt | |||
Samen met | James Rothman Thomas Südhof | |||
Voorganger(s) | John Gurdon Shinya Yamanaka | |||
Opvolger(s) | John O'Keefe Edvard Moser May-Britt Moser | |||
|
Randy Wayne Schekman (Saint Paul (Minnesota), 30 december 1948) is een Amerikaans celbioloog. In 2013 kreeg hij samen met James Rothman en Thomas Südhof de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde voor hun ontdekkingen van het mechanisme dat het belangrijkste transportsysteem in onze cel regelt.
Schekman studeerde moleculaire wetenschappen aan de Universiteit van Californië - Los Angeles, studeerde een jaar in Schotland aan de Universiteit van Edinburgh en promoveerde in 1975 aan Stanford-universiteit op DNA replicatie. Sinds 1991 is hij onderzoeker en sinds 1994 hoogleraar aan het Howard Hughes Medical Institute van de Universiteit van Californië - Berkeley.
Voor zijn onderzoek naar de genetische basis van celtransport gebruikte Schekman het bakkersgist Saccharomyces cerevisiae als modelorganisme. Bij sommige gistcellen nam hij waar dat zogenaamde glycoproteïnen zich in de cel ophoopten en niet zoals normaal naar de omgeving werden uitgescheiden. Als oorzaak vermoedde hij een genetisch defect in het transportsysteem van deze cellen en onderzocht welke genen anders waren bij deze gemuteerde gistcellen.
Hij ontdekte dat er drie verschillende klassen van genen betrokken zijn bij het transport van moleculen naar het endoplasmatisch reticulum, het golgi-apparaat en het celoppervlak. Het resultaat van zijn onderzoek publiceerde Schekman begin jaren tachtig in het vakblad Cell.
Later onderzoek toonde aan dat het cellulaire transport van moleculen een goed georganiseerd systeem is die zowel bij gistcellen als bij zoogdieren op dezelfde wijze plaatsvindt en dus waarschijnlijk eenzelfde evolutionaire oorsprong heeft. Defecten in dit systeem leiden tot ziektes zoals neuroziektes en diabetes.
|