In de wereld van vandaag is Robert Coleman Richardson een onderwerp dat de aandacht heeft getrokken van mensen van alle leeftijden en interesses. Van technologische vooruitgang tot actuele zaken, Robert Coleman Richardson is erin geslaagd barrières te overstijgen en gepassioneerde discussies op verschillende gebieden te genereren. Of het nu op persoonlijk, academisch of professioneel vlak is, Robert Coleman Richardson is een relevant onderwerp geworden dat niemand onverschillig laat. Om deze reden is het belangrijk om de impact die Robert Coleman Richardson heeft op de huidige samenleving en de implicaties die dit heeft voor de toekomst diepgaand te analyseren. In dit artikel zullen we dieper ingaan op de meest relevante aspecten van Robert Coleman Richardson en de invloed ervan op verschillende aspecten van het dagelijks leven onderzoeken.
Robert Coleman Richardson | ||||
---|---|---|---|---|
26 juni 1937 – 19 februari 2013 | ||||
Robert Coleman Richardson (2005)
| ||||
Geboorteland | Verenigde Staten | |||
Geboorteplaats | Washington D.C. | |||
Overlijdensplaats | Ithaca | |||
Nobelprijs | Natuurkunde | |||
Jaar | 1996 | |||
Reden | "Voor hun ontdekking van superfluïditeit in helium-3." | |||
Samen met | David Morris Lee Douglas Osheroff | |||
Voorganger(s) | Martin Lewis Perl Frederick Reines | |||
Opvolger(s) | Steven Chu Claude Cohen-Tannoudji William Daniel Phillips | |||
|
Robert Coleman Richardson (Washington D.C., 26 juni 1937 – Ithaca (New York), 19 februari 2013) was een Amerikaans natuurkundige die in 1996 de Nobelprijs voor de Natuurkunde kreeg met David Morris Lee en Douglas Osheroff vanwege "hun ontdekking van superfluïditeit in helium-3."
Richardson was de zoon van Robert Franklin en Lois Price Richardson. Na de Washington-Lee High School studeerde hij natuurkunde aan het Virginia Polytechnic Institute (B.S. in 1958, M.S. in 1960). Zijn Ph.D. ontving hij in 1966 aan de Duke-universiteit in Durham (North Carolina). Aansluitend ging hij naar de Cornell-universiteit, eerst als docent (1966-1975) en daarna als hoogleraar (1975-1987). Sinds 1987 was hij er Floyd Newman Professor of Phyisics. Daarnaast was hij van 1900 tot 1997 bestuurder van laboratorium van atomaire en vaststoffysica.
Samen met David Lee en promovendus Douglas Osheroff ontdekte Richardson dat de isotoop 3He bij een temperatuur beneden de 0,003 K superfluïde wordt. Voor deze ontdekking verkregen ze gezamenlijk de Nobelprijs voor de Natuurkunde. Later onderzoek focuste hij zich op het gebruik van kernspinresonantie om de kwantumeigenschappen te bestuderen van vloeibare en vaste stoffen bij ultralagetemperaturen.
Naast de Nobelprijs werd Richardson voor zijn superfluïde helium-3 werk ook onderscheiden met de Sir Francis Memorial Award (1976) van het Britse Institute of Physics en de Oliver E. Buckley Condensed Matter Prize (1981) van de American Physical Society.
Bronnen, noten en/of referenties
|