Dit artikel gaat in op het onderwerp Scripttaal, dat momenteel grote belangstelling heeft gewekt vanwege de vele implicaties ervan op verschillende gebieden. Scripttaal is het onderwerp geweest van studie en onderzoek door experts in verschillende disciplines, die hebben geprobeerd de kenmerken, de impact en de relevantie ervan in de samenleving grondig te begrijpen. Vanaf het ontstaan tot aan de huidige evolutie heeft Scripttaal aanleiding gegeven tot debatten en reflecties over de invloed ervan op cultuur, economie, politiek, technologie, het milieu en andere fundamentele aspecten van het menselijk leven. Dit artikel heeft tot doel een alomvattend en bijgewerkt beeld van Scripttaal te presenteren, waarbij de vele facetten en het belang ervan in de hedendaagse wereld worden onderzocht.
Een scripttaal is een programmeertaal die geschikt is voor het schrijven van scripts, kleine programma's om veel voorkomende taken (bijvoorbeeld systeembeheertaken) pragmatisch te automatiseren, of om een langdurige maar eenmalige taak te verrichten. Veel applicaties hebben een scripttaal; ook een besturingssysteem wordt meestal geleverd met een of meer scripttalen, terwijl er nog veel meer te installeren zijn.
Scripttalen zijn high-level-talen en werden omwille van snelheid en gemak bij het ontwikkelen – de compileerslag wordt overgeslagen – aanvankelijk vaak geïmplementeerd door middel van een interpreter. Tegenwoordig worden scripttalen meestal geïmplementeerd met een compiler om de werking te versnellen. Een interpreter moet namelijk met het verloop van het script herhaaldelijk de broncode interpreteren; het is zinvol dit te voorkomen door tussentijdse opslag van de executiecode. Kenmerkend bij het gebruik van een interpreter is dat een programmeerfout pas laat aan het licht komt als de onderhavige broncode moet worden uitgevoerd en de gebruiker met een voor hem soms onbegrijpelijke foutmelding wordt geconfronteerd.
De eerste scripttalen, zoals JCL, stammen uit de jaren 60: ze lieten het toe om een reeks commando's (een batch) op ponskaart te zetten voor offline verwerking (meestal 's nachts). Bij latere, interactieve besturingssystemen (met een commandoregel) werden regelmatig uitgevoerde commandoreeksen opgeslagen in een bestand om net als een programma te worden uitgevoerd. Al gauw bleek men behoefte te hebben aan andere constructies dan sequentiële verwerking en voegde men constructies toe aan de commandotaal zoals conditionele uitvoering (if-then-else), lussen (while, for) en variabelen. Vroege voorbeelden hiervan zijn de shells van het besturingssysteem Unix (vanaf begin jaren 70) en de taal SNOBOL. Later (eind jaren 70) werd AWK ontworpen. Ook Rexx is begin jaren 80 als scripttaal ontworpen.
Vanaf eind jaren 80 werd een scala aan scripttalen ontwikkeld, zoals Perl, Python, Tcl en Ruby. Sommige van deze talen bleken ook buiten hun oorspronkelijke toepassingsdomein succesvol te zijn.
In de jaren 90 werden verschillende scripttalen voor het web ontwikkeld, bijvoorbeeld JavaScript, dat meestal in de browser draait, en talen zoals PHP en ColdFusion Markup Language die uitsluitend op de server draaien. Ze zorgen allemaal voor dynamiek en interactie op websites.
Scripttalen hebben vaak een aantal eigenschappen met elkaar gemeen:
Bronnen, noten en/of referenties
|