Vandaag gaan we het in dit artikel hebben over Marcellin Berthelot. Marcellin Berthelot is een onderwerp dat door de jaren heen de interesse en nieuwsgierigheid van veel mensen heeft gewekt. Of het nu gaat om de relevantie ervan in de huidige samenleving, de impact ervan op de geschiedenis, het potentieel voor de toekomst, of simpelweg vanwege de emotionele waarde, Marcellin Berthelot is een onderwerp dat het verdient om geanalyseerd en besproken te worden. In dit artikel zullen we verschillende aspecten van Marcellin Berthelot onderzoeken, van de oorsprong en evolutie tot de invloed ervan op verschillende gebieden van het leven. We hopen dat deze lezing informatief en verrijkend is voor iedereen die op zoek is naar een beter begrip van Marcellin Berthelot.
Pierre Eugène Marcellin Berthelot (Parijs, 29 oktober 1827 - aldaar, 18 maart 1907) was een Frans scheikundige en politicus.
Berthelot maakte in 1854 naam met zijn proefschrift, Sur les combinaisons de la glycerine avec les acides, dat eerder werk door Eugène Chevreul uitbouwde. In 1859 werd hij benoemd tot hoogleraar organische chemie aan de École Supérieure de Pharmacie, en in 1865 accepteerde hij de speciaal voor hem ingestelde leerstoel organische chemie aan het Collège de France. Hij verkreeg het lidmaatschap van de Académie de Médecine in 1863, en in 1873 van de Académie des Sciences waarin hij vanaf 1889 de rol van permanent secretaris op zich zou nemen (als opvolger van Louis Pasteur). Tijdens de Frans-Pruisische Oorlog bemoeide hij zich als patriot actief met de verbetering van het Franse wapentuig. Hij werd inspecteur-generaal voor hoger onderwijs in 1876, en werd verkozen tot senator in 1881. Als atheïst werd hij tussen 1886 en 1887 minister voor openbaar onderwijs in het kabinet van René Goblet, en in 1895 en 1896 was hij minister van buitenlandse zaken in het kabinet van Léon Bourgeois. In 1900 werd Berthelot verkozen tot lid van de Académie française.
In zijn chemisch werk ontdekte hij de synthese-routes voor vele koolwaterstoffen, vetten, suikers, en bewees daarmee dat organische scheikundige verbindingen kunnen worden bereid met behulp van dezelfde scheikundige technieken als anorganische verbindingen. Tegen de notie dat van oorsprong natuurlijke stoffen synthetisch konden worden nagemaakt bestond toentertijd theologische en filosofische weerstand, omdat ze werden beschouwd als zijnde afkomstig van de (goddelijke) schepping. In zijn latere werk richtte hij zich op de wetenschapsgeschiedenis van de scheikunde: met name de alchemie, de naamgever van de moderne chemie, en de chemie van de klassieke wereld. In 1900 kreeg Berthelot de Copley Medal.
Berthelot herontdekte in 1860 het door de Britse chemicus Edmund Davy in 1836 uitgevonden ethyn, en gaf er toen de naam acetyleen aan. Acetyleen geeft bij verbranding met zuurstof zeer hoge temperaturen en wordt gebruikt voor het lassen en snijden van metalen. In die tijd was dit een zeer revolutionaire ontwikkeling bij de bewerking en verwerking van metalen.
Voorganger: Gabriel Hanotaux |
Minister van Buitenlandse Zaken 1895-1896 |
Opvolger: Léon Bourgeois |