Langues d'oïl

Langues d'oïl is een onderwerp dat de aandacht heeft getrokken van miljoenen mensen over de hele wereld. Sinds zijn verschijning op het publieke toneel heeft het tot eindeloos debat geleid en een groeiende belangstelling voor verschillende disciplines aangewakkerd. Dit fenomeen is het onderwerp van onderzoek geweest door academici, heeft kunstenaars geïnspireerd en heeft de conventies in de betreffende sector uitgedaagd. Terwijl Langues d'oïl de krantenkoppen blijft halen en controverses blijft genereren, is het belangrijk om de impact ervan op de hedendaagse samenleving te analyseren en te begrijpen in welke mate het de manier waarop we denken en handelen heeft gevormd. In dit artikel zullen we Langues d'oïl nader onderzoeken en de invloed ervan op verschillende aspecten van ons dagelijks leven onderzoeken.

Overzicht van de langues d'oïl in Frankrijk en Wallonië en op de Kanaaleilanden.

De langues d'oïl zijn een dialectcontinuüm van de Gallo-Romaanse talen waaronder gestandaardiseerd Frans en de verwante traditionele dialecten van Noord-Frankrijk, het zuiden van België en de Kanaaleilanden vallen. Van de 8e eeuw tot de 12e eeuw zijn er uit dat dialectcontinuüm diverse nieuwe Romaanse talen afgesplitst, zoals het Oudfrans. Daarvan worden onder andere het Frans, Waals, Picardisch en Normandisch nog steeds gesproken. Vanwege de vroege afsplitsing kunnen deze talen niet beschouwd worden als varianten van dezelfde taal. In sommige grammatica's worden de termen "langue d'oïl" en "Oudfrans" door elkaar gebruikt, als benaming voor dezelfde taal die de voorloper is geweest van het moderne, gestandaardiseerde Frans.

De benaming "langue d'oïl" schijnt al sinds het eind van de 13e eeuw in gebruik te zijn, en komt voort uit de wijze talen te onderscheiden naar de toenmalige uitspraak voor "ja". Van "oïl" is afgeleid het hedendaags Franse "oui" voor "ja".

Het Provençaals of Occitaans gebruikte "oc" voor "ja", en is dus een "langue d'oc". Deze zuidelijke tegenhanger van de langue d'oïl had in de middeleeuwen een hoger ontwikkelde literaire cultuur dan de langue d'oïl. Beide talen behoren tot de Gallo-Romaanse tak van de Romaanse talen die via het Latijn zijn voortgekomen uit de Italische talen, een grotendeels uitgestorven taalgroep die een westelijke tak was van de Indo-Europese taalfamilie.

Zie ook