In de wereld van vandaag is Jean Racine een onderwerp dat grote relevantie heeft gekregen en tot uitgebreide discussies op verschillende gebieden heeft geleid. De impact ervan is voelbaar in de samenleving, de economie, de politiek en in de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Sinds zijn opkomst heeft Jean Racine een groeiende belangstelling gewekt en gemengde meningen gegenereerd. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Jean Racine onderzoeken en de invloed ervan op verschillende aspecten van het dagelijks leven analyseren. Daarnaast zullen we onderzoeken hoe Jean Racine in de loop van de tijd is geëvolueerd en hoe het het heden en de toekomst van de samenleving vormgeeft.
Jean Racine | ||||
---|---|---|---|---|
Algemene informatie | ||||
Geboren | La Ferté-Milon, 21 december 1639 | |||
Geboorteplaats | La Ferté-Milon | |||
Overleden | Parijs, 21 april 1699 | |||
Overlijdensplaats | Parijs | |||
Land | Koninkrijk Frankrijk | |||
Werk | ||||
Periode | 17e eeuw | |||
Genre | Theater | |||
Stroming | Classicisme | |||
Bekende werken | Andromaque, 1667; Britannicus, 1669; Phèdre, 1677 | |||
Dbnl-profiel | ||||
(en) IMDb-profiel | ||||
Lijst van Franstalige schrijvers | ||||
|
Jean Baptiste Racine (La Ferté-Milon, 21 december 1639 – Parijs, 21 april 1699) was een Frans toneelschrijver, een van de "grote drie" van het Franse classicistisch theater van de zeventiende eeuw (samen met Molière en Corneille). Racine schreef voornamelijk tragedies, maar ook één komedie (Les Plaideurs). Hij geldt als de belangrijkste Franse tragedieschrijver.
Racine, op jonge leeftijd wees geworden (hij verloor zijn moeder en vader in 1641 resp. 1643), werd eerst opgevoed door zijn grootmoeder Marie Desmoulins en daarna door een tante die hem doorverwees naar le Port Royal, de wieg van het jansenisme. De jansenistische levensopvattingen van het klooster werden op strenge wijze nageleefd door de abdis, Mère Agnès de Sainte-Thècle (tante van Racine), en door zijn leermeester in het Latijn, P. Nicole.
Met het stuk Andromaque brak de gevoelige en ambitieuze 28-jarige auteur in 1667 definitief door als tragedieschrijver. Op dat ogenblik kon enkel het theater hem erkenning en waardering schenken. Charles Perrault zei erover: Cette tragédie fit le même bruit à peu près que le Cid de Pierre Corneille lorsqu'il fut présenté pour la première fois. (Deze tragedie maakte ongeveer evenveel ophef als de Cid van Pierre Corneille toen die voor het eerst werd opgevoerd.)
In 1672 werd hij verkozen tot lid van de Académie française. In 1677, na de publicatie van Phèdre, kwam hij in gewetensnood (crise de conscience). Hij herstelde de band met zijn vroegere leermeesters, de Jansenisten van de Port-Royal, trad in het huwelijk en aanvaardde, samen met Boileau, de opdracht om de (verloren gegane) Histoire du règne de Louis XIV te schrijven. In 1698 vroeg hij begraven te worden in de Port-Royal. Jean Racine stierf in 1699 en is begraven op het St. Étienne-du-Mont-kerkhof in Parijs.
Gabriel Fauré componeerde in 1865 het bekende Cantique de Jean Racine voor gemengd koor met orgel of symfonieorkest, op de tekst van een van Racines Hymnes traduites du Bréviaire romain (1688).
Bronnen, noten en/of referenties
Gedigitaliseerde versies van Racine's werken in het Nederlands
|
Voorganger: François de La Mothe-Le-Vayer |
Zetel 13 Académie française |
Opvolger: Jean-Baptiste-Henri de Valincour |