Heraclea Pontica

In de wereld van vandaag heeft Heraclea Pontica grote relevantie gekregen en is het een onderwerp van algemeen belang geworden voor mensen van alle leeftijden en achtergronden. Sinds zijn opkomst heeft Heraclea Pontica de aandacht van velen getrokken, wat debatten, controverses en eindeloze tegenstrijdige meningen heeft voortgebracht. De impact ervan is zo groot geweest dat het de culturele en geografische barrières heeft overstegen en het voorwerp is geweest van studie en onderzoek op verschillende kennisgebieden. In dit artikel zullen we het fenomeen Heraclea Pontica grondig onderzoeken en de implicaties en consequenties ervan in de huidige samenleving analyseren.

Heraclea Pontica
Heraclea Pontica (Turkije)
Heraclea Pontica
Situering
Coördinaten 41° 17′ NB, 31° 25′ OL
Portaal  Portaalicoon   Archeologie

Heraclea (meestal Heraclea Pontica genoemd, ter onderscheiding van andere gelijknamige steden) was een Griekse havenstad aan de Zwarte Zee, op de noordkust van Klein-Azië, nu Ereğli geheten.

De stad, gelegen op ca. 200 km oostwaarts van de Bosporus, werd rond 560 v.Chr. gesticht door kolonisten uit Megara en Boeotië. In 364 v.Chr. vestigde een zekere Clearchus, een leerling van Isocrates en Plato, er een tyrannis die tot 280 v.Chr. zou stand houden en toen vervangen werd door een democratisch bestuur.

Tot in de 3e eeuw v.Chr. was Heraclea het belangrijkste Griekse handelscentrum op de zuidelijke kust van de Zwarte Zee, en stichtte op zijn beurt de kolonies Callatis (op de westkust van de Zwarte Zee, nu in Roemenië gelegen) en Chersonesus (op de Krim). De vestiging van de Galaten in Klein-Azië, én de opkomst van de koninkrijken Bithynië en Pontus ondermijnden aanzienlijk de positie van Heraclea. In 185 v.Chr. sloot de eens zo machtige handelsstad een verbond met Rome, maar in 74 v.Chr. moest ze zich dan weer onder dwang aansluiten bij Mithridates VI. In 70 v.Chr. werd ze daarna ingenomen en verwoest door de Romeinse proconsul Marcus Aurelius Cotta. Na de heropbouw bereikte Heraclea nooit meer haar vroegere glorie.

Een curiosum: in de buurt van de antieke stad werd in het zogenaamde dal van de Acheron een grot aangewezen waarlangs Heracles zou zijn afgedaald naar de Onderwereld, om de hellehond Kerberos bij koning Eurystheus te brengen.

Noten

  1. Pausanias, V 26.7.

Referentie