In dit artikel zullen we Frans Erens in detail onderzoeken, een onderwerp dat de afgelopen jaren de aandacht van veel experts heeft getrokken. Frans Erens is een complex en fascinerend onderwerp dat grote belangstelling heeft gewekt bij zowel de academische gemeenschap als het grote publiek. Op de volgende pagina's zullen we de verschillende facetten van Frans Erens analyseren, van de oorsprong tot de impact ervan op de hedendaagse samenleving. We zullen ons verdiepen in debatten, onderzoek en theorieën met betrekking tot Frans Erens, met als doel een alomvattend en actueel beeld te geven van dit voortdurend evoluerende onderwerp.
Frans Erens | ||||
---|---|---|---|---|
Frans Erens met hoed en lorgnet (foto: Willem Witsen, 20ste eeuw)
| ||||
Algemene informatie | ||||
Volledige naam | Maria Joseph Franciscus Peter Hubertus Erens | |||
Geboren | 23 juli 1857 | |||
Geboorteplaats | Schaesberg | |||
Overleden | 5 december 1935 | |||
Overlijdensplaats | Sint Gerlach | |||
Land | Nederland | |||
Beroep | Criticus, prozaïst | |||
Werk | ||||
Jaren actief | 1883-1935 | |||
Bekende werken | Dansen en rhytmen Litteraire wandelingen Vervlogen Jaren | |||
Dbnl-profiel | ||||
|
Maria Joseph Franciscus Peter Hubertus (Frans, vaak ook: François) Erens (Schaesberg, 23 juli 1857 – Houthem-Sint Gerlach, 5 december 1935) was een Nederlandse criticus en prozaschrijver. Hij behoort tot de stroming van de Tachtigers.
Erens ging school aan Rolduc in Kerkrade en studeerde later rechten in Leiden, Bonn, Parijs en Amsterdam. In 1888 promoveerde hij in Amsterdam. Hij vestigde zich als advocaat in 1889. In 1897 werd hij griffier bij het kantongerecht in Veghel en later in Oostburg. Vanaf 1901 legde hij zich volledig toe op het schrijverschap. Hij woonde op verscheidene plaatsen zowel in als buiten Nederland, voordat hij zich in 1927 definitief vestigde in Houthem.
Vanaf 1883 schreef hij kritieken en beschouwingen, vooral over de moderne Franse literatuur. In 1886 werd hij medewerker van De Nieuwe Gids, waarvoor hij zowel essays als proza schreef en waarvan hij mederedacteur was in 1896 en 1897 en van 1909 tot zijn overlijden.
Halverwege de jaren 1880 verbleef hij in Parijs waar hij omging met belangrijke moderne Franse schrijvers als Maurice Barrès en Joris-Karl Huysmans. De mooiste bladzijden in zijn Vervlogen Jaren zijn aan deze periode gewijd.
Door Charles Baudelaire leerde hij het prozagedicht kennen en Erens introduceerde dit in 1886 in Nederland in De Nieuwe Gids. Zijn eigen prozagedichten werden in 1893 uitgebracht in de bundel Dansen en rhytmen. Zijn belangrijke opstel over Baudelaire (het eerste in het Nederlands taalgebied) werd, tezamen met beschouwingen verschenen in De Nieuwe Gids en de Amsterdammer, in 1906 gebundeld in Litteraire wandelingen.
Vanaf 1895 schreef hij voornamelijk reisbeschrijvingen over plaatsen die hij had bezocht. Rond 1910 ging hij ook schrijven over Limburg, waar hij was geboren. Hij heeft ook werk vertaald van Augustinus, Thomas à Kempis en Jan van Ruusbroec.
In 1985 werd de driejaarlijkse Frans Erensprijs ingesteld. Deze werd — tot 2001 — afwisselend voor proza, memoires en poëzie uitgereikt.