Citroenvlinder

Het Citroenvlinder-onderwerp is tegenwoordig een van de meest relevante en belangrijke. De implicaties ervan bestrijken tal van terreinen en de impact ervan is voelbaar in verschillende aspecten van ons leven. Van Citroenvlinder, via Citroenvlinder, tot Citroenvlinder, wekt dit onderwerp in gelijke mate interesse en controverse op. In dit artikel zullen we de verschillende facetten van Citroenvlinder en de invloed ervan op de hedendaagse samenleving in detail analyseren. Vanaf de oorsprong tot de evolutie ervan in het heden zullen we elk relevant aspect van Citroenvlinder onderzoeken om het belang ervan en de mogelijke gevolgen ervan in de toekomst te begrijpen.

Citroenvlinder
Citroenvlinder
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Lepidoptera (Vlinders)
Familie:Pieridae (Witjes)
Geslacht:Gonepteryx
Soort
Gonepteryx rhamni
Linnaeus, 1758
rups
Citroenvlinder foerageert in bloemen van Griekse alant.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Citroenvlinder op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

De citroenvlinder (Gonepteryx rhamni) is een dagvlinder uit de familie Pieridae (witjes en luzernevlinders). Deze soort behoort tot de laatste groep en is een van de grootste luzernevlinders.

Beschrijving

De spanwijdte is tot 55 millimeter, de mannetjes zijn meer geel, de vrouwtjes meer groen van kleur maar dit is in het veld niet altijd even eenvoudig te zien. Ze vallen zowel in vlucht als bij bezoek aan bloemen goed op. De vrouwtjes zijn ook veel bleker van kleur en worden soms verward met de witjes. Beide vlinders (mannetje-vrouwtje) zijn te herkennen aan een oranje stip op iedere vleugelpunt.

De vlinder is uitstekend gecamoufleerd en het hele lichaam is hierop aangepast. De onregelmatige oranjebruine vlekjes lijken sprekend op de brandgaatjes in bladeren. De vleugeladering is lichter en duidelijk te zien en lijkt op de nerven van een blad. De donkere uiteinden van de adering op de vleugelrand lijkt op de bladrand en zelfs kleine stekeltjes worden nagebootst. De citroenvlinder heeft geen oogvlekken of andere schrikkleuren aan de boven (binnen)zijde van de vleugels, en vouwt deze in rust nooit open, zodat hij perfect lijkt op een blad.

Voorkomen

De citroenvlinder komt voor in grote delen van Noord-Afrika, delen van Azië en in grote delen van Europa, ook in Nederland en België. De vlinder is een zwervende soort die overal kan worden aangetroffen maar vlak voordat er gepaard moet worden zoeken de vlinders de waardplanten op. De enige twee soorten waarvan de rupsen kunnen leven zijn sporkehout en wegedoorn, die in en rond bossen en houtwallen groeien. Rond de paartijd kunnen de vlinders hier massaal worden aangetroffen.

Levenswijze

De citroenvlinder is een van de langstlevende soorten die als imago meer dan een jaar oud kan worden. De vliegtijd is van juli tot en met oktober en van februari tot en met mei. In de tussentijd wordt een winterslaap gehouden in holten in bomen of lage, groene struiken zodat de vlinder moeilijk te vinden en goed gecamoufleerd is. Ook als de imago rond juni uit zijn pop komt wordt al snel een soort zomerslaap gehouden. Hierdoor wordt het grootste deel van het relatief lange leven al rustend doorgebracht.

Ontwikkeling

De rups meet ongeveer vier centimeter, heeft een langgerekt groen lijf met een witte lengtestreep langs de gehele zijkant. De rups neemt de groene kleur van de voedselplant aan. Over het hele lichaam zit een niet dichte, zwarte beharing. De rupsen ontwikkelen zich zeer snel in drie tot vijf weken, ook de pop is groen van kleur en moeilijk te zien. het duurt ongeveer acht dagen voor de vlinder uit de pop komt.

Externe links